Fietsersbond Provincie Limburg

Weblog van de provinciale vertegenwoordiger van de Fietsersbond in Limburg, Harrie Winteraeken.

Contact per e-mail: provlimburg@fietsersbond.nl
Harrie persoonlijk e-mailadres: hwinteraeken@hotmail.com (wordt meer gelezen).
telefoon thuis: 045 522 87 20
telefoon mobiel: 06 523 756 11


zaterdag 18 augustus 2012

Mini-enquête Fietsen in het donker: resultaten en conclusies.


Ten Esschen – Heerlen, 30 juli 2012.

Mini-enquête ‘fietsen in het donker’


Op een moment dat ‘fietsen in het donker’ alleen in de randen van de dag mogelijk is, stuur ik jullie de resultaten van de mini-enquête ‘fietsen in het donker’. Deze resultaten bestaan uit een deel conclusies, de beantwoording van de gestelde vragen en een aantal aangedragen knelpunten. De reacties op het concept zijn hierin verwerkt.

Deze mini-enquête bevat op de eerste plaats een inventarisatie. Maar ze is ook bedoeld om verkeerskundigen meer bewust te maken van de problemen die fietsers ondervinden. Een aantal problemen kan worden verminderd door betere wegverlichting en weginrichting.

Algemene conclusies.

Fietsers rijden niet graag in het donker. Ze proberen niet- of spaarzaam verlichte wegen te vermijden. Het probleem doet zich beperkt voor in de bebouwde omgeving, maar wel veelvuldig in het Limburgse buitengebied. Nogal wat fietsers ervaren dit als levensgevaarlijk. In de wintertijd hebben er veel mensen last van die een langere afstand woon-werkverkeer fietsen.
Vooral bij veel minder belangrijke en dus minder brede verbindingswegen tussen woonkernen die geen fietsstrook of fietspad hebben, is fietsen in het donker bijzonder onaantrekkelijk. Zo wordt de Waubacherweg, de smalle verbindingsweg tussen Schinveld en Abdissenbos, als het donker is een ‘no go zone’ voor fietsers genoemd. Op dergelijke wegen mag 60 en meestal zelfs 80 km/uur gereden worden (en vaak nog harder gereden wordt). Ze zijn te smal voor het inhalen van een fietser als er ook tegemoetkomend verkeer is. Door de lichten van tegemoetkomend verkeer vallen achterlichten veel minder op en nemen automobilisten de fietsers minder snel waar. In Zuid-Limburg ontbreekt vaak het overzicht op hellende en bochtige wegen. In het donker is de reactietijd voor snelverkeer te kort. Deze wegen komen erg veel voor.
Buitenwegen hebben vaak langs de randen een slecht wegdek (oneffenheden, afbrokkelend asfalt, kuilen, los grind, boomwortels). Zonder verlichting of goede markering levert dit gevaarlijke situaties op. Overigens zijn deze wegen ook overdag onvoldoende veilig voor fietsers vanwege de grote verschillen in snelheid.

Een belangrijk probleem is het tegemoetkomende snelverkeer dat fietsers verblindt. Het komt vaak voor dat het dimlicht van auto’s te hoog schijnt (verkeerde afstelling, achter zwaar beladen, convexe of bolle helling). Minder vaak voorkomend, maar nog veel hinderlijker en zelfs gevaarlijk is het als tegemoetkomend verkeer het groot licht niet dimt. Door verblinding ontstaat een grotere kans om van de weg te raken. Het maakt de fietser zeer onzeker met angst te vallen.

Twee specifiek aandachtspunten zijn er bij fietspaden langs onverlichte wegen:
1. fietspaden aan weerszijden van een onverlichte weg waarbij de fietspaden zijn gescheiden van de hoofdweg door een heggetje. Bij tegenliggers is het contrast te groot tussen het tegemoetkomend licht met de schaduw van het heggetje. De fietsverlichting wordt dan geheel overstemd en het fietspad is dan volkomen in het donker. Voorbeeld: Putterweg in Voerendaal.
2. Bij fietspaden in twee rijrichtingen aan één zijde van de weg en bij parallelwegen hebben de ‘links’ rijdende fietsers een extra probleem met verblinding door tegemoetkomend verkeer omdat het dimlicht van auto’s asymmetrisch is, dus naar rechts hoger is afgesteld (om bijvoorbeeld ook verkeersborden te verlichten).

De meest voor de hand liggende oplossing is zorg dragen voor (een betere) straatverlichting. Bij afwezigheid van straatverlichting kan een goede kantmarkering van fietspaden een belangrijk alternatief vormen. Een aantal respondenten vindt ook dat de fietser zelf verantwoordelijkheid moet nemen door te zorgen voor een goede verlichting. Het voorlicht is onontbeerlijk om het wegdek te kunnen volgen op donkere wegen. Voor- én achterlicht zijn essentieel om gezien te worden. Goede verlichting helpt niet tegen verblinding, maar tegenliggers zullen wel sneller hun groot licht dimmen.

De verwachting is dat fietsers langs onverlichte wegen baat hebben bij een goede kantbelijning.
Kantbelijning helpt de fietser om op de weg te blijven als deze door een tegenligger verblind wordt en ook als duisternis of mist het zicht op de weg bemoeilijkt.
De door de Provincie Limburg als proef aan gebrachte belijning op de fietspaden op de Rasberg (de Rijksweg N290 tussen Maastricht en Berg en Terblijt) wordt door fietsers als positief en vooralsnog als een verbetering ervaren. De betreffende proef kan dan ook worden uitgebreid (zie bijlage 2.). Andere maatregelen zoals de Dynamische solar-led verlichting of groene verlichting in het buitengebied zouden op grotere schaal toegepast kunnen worden.

****************************************

Aanvullende informatie.

De mini-enquête ‘fietsen in het donker’ is mede uitgevoerd op verzoek van Wim Dirks van het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg: “De provincie ontvangt geregeld klachten van vooral langzaam verkeer, dat zij het gevaarlijk vinden om in het donker over onverlichte provinciale fietspaden te rijden. Zij worden dan verblind en raken de weg kwijt. Op de Rasberg is belijning bergafwaarts op het fietspad aangebracht. Om te weten of dit functioneert, moet er eigenlijk een evaluatie plaatsvinden. Mocht deze positief uitvallen dan kunnen wij de proef misschien gaan uitbreiden".

De mini-enquête is uitgevoerd door Harrie Winteraeken (provinciaal vertegenwoordiger Fietsersbond Limburg) en Laurent Theunissen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten