Fietsersbond Provincie Limburg

Weblog van de provinciale vertegenwoordiger van de Fietsersbond in Limburg, Harrie Winteraeken.

Contact per e-mail: provlimburg@fietsersbond.nl
Harrie persoonlijk e-mailadres: hwinteraeken@hotmail.com (wordt meer gelezen).
telefoon thuis: 045 522 87 20
telefoon mobiel: 06 523 756 11


donderdag 20 oktober 2016

Landbouwverkeer en fietsers, bezien vanuit de fietser.




Verkeersdeelnemers hebben allen een grote verantwoordelijkheid om hun deelname aan het verkeer zo veilig mogelijk te laten verlopen. Naast het respecteren van de verkeersregels mogen we dat ook van elkaar verwachten. Daarbij is het logisch dat degene die het grootste risico vormt, ook de meeste maatregelen neemt. En dat de meest kwetsbare ook het voorzichtigst is. Fietsers zijn zeer kwetsbaar en het moet erkend worden, dat zij zich niet altijd daarnaar gedragen.
Het robuuste landbouwverkeer behoort tot de eerste categorie. Het is een beetje cynisch dat het landbouwverkeer meer slachtoffers maakt dan dat het zelf slachtoffer is: de meeste doden waarbij landbouwverkeer betrokken is, vallen onder fietsers, motorrijders en scooters. In 60 % is van de gevallen de berijder van het landbouwvoertuig schuldig.

Zorgelijk is dat de landbouwsector in het streven naar meer veiligheid, toch vaak op de rem staat. Maatregelen, zoals het tractorrijbewijs en het kenteken, worden vaak pas na langdurige tegenstand van de landbouw ingevoerd. (En het wordt hoog tijd dat ze ook wegenbelasting gaan betalen voor de kosten die ze mede veroorzaken.)
Ook bij technische maatregelen wordt afwijzend gereageerd. Een bumper zorgt ervoor dat een fietser minder gemakkelijk onder een trekker terecht komt, maar maakt de draaicirkel ook groter waardoor de tractor moeilijker kan manoeuvreren. Dode hoekspiegels zouden ook kunnen, maar daar hebben veel boeren het geld niet voor. En dat terwijl ze (of de loonwerkers) wel geld hebben voor de dure tractor zelf en de nog veel duurdere oogstmachines. Ook de toenemende breedte van landbouwwerktuigen tot 3,50 meter baart zorgen. Alle overige zwaar verkeer is maximaal 3 meter breed. Wegen zijn niet ingericht op nog breder. Extra brede landbouwvoertuigen zouden gewoon op de openbare weg verboden moeten worden.

De grote rijdende tractorwielen zijn voor fietsers zeer angstaanjagend. Daar wil je graag uit de buurt blijven. Alleen heeft de fietser niet altijd de keuze. Dat ‘veel fietsers zich bewust zijn van hun beschermde status’ en zich daardoor onveiliger zouden gaan gedragen, is suggestief en gaat niet op voor landbouwverkeer. De meeste fietsers zijn zich er ook heel bewust van dat ze door het ontbreken van bepantsering zeer kwetsbaar zijn. Het voorbeeld dat ‘ze rustig met zijn drieën naast elkaar fietsen als wij eraan komen’ zal zeer uitzonderlijk zijn en hoogstens van toepassing zijn op rustige landwegen. Met zijn tweeën naast elkaar rijden mag gewoon, daar hoort het overige verkeer rekening mee te houden. Het is misschien wel veiliger omdat het inhalende verkeer wordt gedwongen om uit te wijken zodat men niet in de verleiding komt om rakelings langs te scheuren.
Dat geldt ook voor inhalend landbouwverkeer, dat vaak te weinig ruimte laat voor fietsers. Frappant is in dit verband wel dat ze het blijkbaar acceptabel vinden dat ze hinder veroorzaken ten opzichte van snelverkeer, maar het niet kunnen hebben dat ze langzamer moeten rijden voor fietsers.

Ook het acceptabel vinden dat ze harder rijden dan de maximaal toegestane snelheid omdat ze zich daarmee meer aanpassen aan het overige verkeer, is te eenzijdig beredeneerd. Gezien de grotere afstanden die moeten worden afgelegd, zeker door de loonwerkers, is tijd ook geld. Niet alleen zijn te hoge snelheden bij onvoorziene situaties nog gevaarlijker, bij het aanpassen aan  het ‘overige verkeer’ horen blijkbaar niet de fietsers. Voor fietsers worden de extra risico’s, onder andere door de grotere verschillen in snelheid, blijkbaar aanvaardbaar geacht.

Ook van de gemeenten als wegbeheerder worden nog forse inspanningen verwacht. Het beste is een aparte fietsinfrastructuur, zeker op de drukkere landwegen. Tussenstappen zijn het terugbrengen van de maximale snelheid naar 60 km/uur en brede fietsstroken (met een verwijzing naar bijvoorbeeld de gemeente Gulpen-Wittem). Dat is niet alleen goed voor de veiligheid maar het bevordert ook de aantrekkelijkheid van het fietsen. En Limburg kan dat niet alleen voor het utilitair fietsverkeer goed gebruiken, maar ook vanuit toeristisch-recreatief oogpunt. En wat betreft economie en werkgelegenheid is dat in onze provincie van groter belang dan de landbouw.

Harrie Winteraeken
Provinciaal vertegenwoordiger van de Fietsersbond in Limburg.

Dit bericht is een reactie op het artikel in LD & DDL van 8-10-16: robuust, ronkend en riskant.